![]() |
|
![]() |
|
Ik kocht dit stukje kant, omdat ik manier mooi vond, waarop
de draden heen en weer golfden. Het zag er alleen een beetje lelijk
uit, met de grove draden en er wordt op een verwarde manier met de
draden omgesprongen. Ik dacht dat het wel leuk zou zijn om een
Torchon patroon te ontwerpen, gebaseeerd op hetzelfde idee.
|
Ik kwam eerst niet zo ver met dit ontwerp, totdat ik
op het idee kwam om de 2 paar golvende draden (donkerblauw in het
patroon) als een soort van sierdraad
te gebruiken, geen echt deel van het Torchon patroon, maar gevlochten
door de grond.
De gele en roze stukjes zijn in linnenslag. In het gele stukje van de paddepoot zijn alle draden gemarkeerd in grijs. Het roze gedeelte wordt gemaakt van 6 paar draden, verdeel in twee groepen. U klost de draden door elkaar als in een halve spin. (Ik heb de draden niet gemarkeerd in het patroon omdat dit te verwarrend zou zijn). Daarna lopen er draden doorheen met een drievoudige draai in het midden. (Deze zijn gemarkeerd in het patroon.) De hulpspelden zijn er om te helpen bij het strekken van de draden na de linnenslag. Wanneer u alle draden, die dwars door het roze gedeelte gaan heeft gehad, klos dan de drie paar draden aan het einde door de andere drie paren, zoals aan de andere helft bij de spin. In dit patroon wordt in het algemeen aan een paar een extra draai gegeven, indien zij een extra afstand moeten overbruggen, zoals aan de basis en aan de randen bij de paddepoten.
Dit patroon heeft een aantrekkelijk, deels gedraaide, voorkant van een paddepoot.
Met een gedraaide zelfkant, heeft
u 17 paar klosjes nodig.