![]() |
|
![]() |
Torchon rooster (stippengrond)
Op de snijpunten van lijnen, die hoek van 45 graden maken met de
verticale as, worden stippen neergezet. Er worden gedraaide vierkanten
verkregen. |
![]() Erg klein |
![]() Klein |
![]() Normaal |
![]() Groot |
Bucks Point rooster (stippengrond)
Op de snijpunten van lijnen, die een hoe van 60 graden met de verticale
as, worden stippen neergezet. Er worden ruiten gekregen. |
![]() Erg klein |
![]() Klein |
![]() Normaal |
![]() Groot |
Nu moet u beginnen met het tekenen van het patroon. Ik gebruik de kant aan de linkerkant als voorbeeld. De handigste plaats om te beginnen is aan de zelfkant, omdat dit een rechte lijn is door de stippen! Indien u dat wilt, kunt u ook de passieve draden tekenen van de zelfkant.
Teken nu de
driehoeken op de Torchon grond.
Meestal worden deze niet expliciet getekend, maar het kant helpen om
deze lijnen te tekenen, dit om te zien waar u mee bezig bent. Er zijn 7
slagen van een benedenwaarts netslag
zig-zags naar de volgende. Van hieruit gaan de lijnen
diagonaal omhoog naar een punt. Merk op dat de buitenste lijnen van
deze driehoek mer deel uitmaken van de zig-zag dan van de Torchon
grond.
Nu starten met de
zig-zag. Er gaan 6 slagen van de grond in iedere rand van de zigzag.
Binnenin de zig-zag zijn er 4 slagen nodig, om de rozengrond en spinnen
te maken,
dit betekent dat de zig-zag 2 slagen breed is. U moet steeds aan het
tellen blijven en steeds nagaan dat het patroon overeenkomt met het
kant. Ik raad u aan een zacht potlood te gebruiken en een goed
vlakgom, dit voor de onvermijdelijke fouten. Tijdens het tekenen van
dit ontwerp, maakte ik de zig-zag te wijd, en moest ik terug om een
stuk opnieuw te tekenen.
Markeer de rozengrond en de spinnen in het midden van de zig-zaggen.
U hoeft natuurlijk geen verschillende kleuren te gebruiken. Ik heb ze
gebruikt om de verschillende delen van het ontwerp te laten zien.
Onthoudt bij het tekenen van een spin, dat het centrum halverwege
tussen de hoekpunten van het vierkant ligt. Wat betreft de grootte van
de spin, indien er 4 paar draden van iedere kant inkomen (en ook bij
spinnen met twee paar draden van iedere kant), zul je zien dat het
midden van de spin niet op een stip van de stippengrond ligt, maar
precies tussen vier stippen in. Markeer dit met een rondje, en negeer
al de andere stippen. Omdat ik dit met behulp van de computer doe, kan
ik de stippen laten verdwijnen!
Nu komen wij bij de buitenrand, welke
een waaier in linnenslag is. Markeer
eerst de onderkanten van de waaier (deze zijn niet gelijk aan
de bovenzijde van de zig-zag). Ik heb alle draden gemarkeerd, die er
ingaan, mocht u dit niet willen doen, dan is dat ook goed. De bovenrand
van de waaier valt niet samen met de stippen van de grond. Er zijn twee
manieren om de bovenkant te tekenen. De ene is om uit de vrije hand de
bovenkant van de waaier te tekenen. Een andere manier (die heb ik
gebruikt) is om de bovenkant van de waaier met een rechte lijn te
tekenen en deze vervolgens met twee andere rechte lijnen te verbinden
met de hoekpunten van de waaier. Het geeft een wat hoekig uiterlijk aan
de waaier, maar dat kunt u op de koop toenemen, indien u niet geheel
vertrouwd op uw tekenkunst, het tekenen van een mooie gladde lijn! U
moet toch ook stippen zetten in de bovenkant van de waaier. U moet aan
de bovenkant evenveel stippen zetten als dat er aan de onderkant van de
waaer staan. Ik heb ze getekend in het verlengde van de stippen aan de
onderkant, maar als u daar de voorkeur aangeeft, kunt u ze ook proberen
evenredig te verdelen. U moet zeker zijn dat u het goede aantal stippen
zet, zo niet, dan kunt u het kantwerk niet maken!
Dit is het uiteindelijke ontwerp, en u kunt het prikken als
dit patroon heeft gekregen. De details van hoe het is getekend, zijn
voor u. U kunt net zoveel informatie geven als dat u wilt. Aan de
linkerkant ziet u een patroon met gaten dat ziet u in de prikking en
dat is eigenlijk het enige essentiele deel van het patroon, maar ik
vind dat ik nog het een en
ander mis, wanneer ik met dit kant bezig ben. U zult zien dat vaak uw
onwerp niet overeenkomt met het origigineel, wanneer u er mee aan de
slag gaat. Of u moet u iets tekenen dat eigenlijk onmogelijk is om uit
te werken. Dat is de grap van het zelf onterpen. U zult steeds meer
over het kant te weten komen, naarmate u er meer mee werkt en hoe meer
u probeert delen van kant aan elkaar te krijgen, te lassen, zoals men
dat ook wel noemt.
De volgende stap is kritisch kijken naar het werk waarmee u
bezig bent. In Het voorbeeld van hierboven, vind ik de
waaier in de halve slag nog al slap erbij hangen. De vraag is of een waaier in de linnenslag niet beter zou zijn? (Dit kan worden gedaan binnen hetzelfde patroon.) Of een waaier met nerf? (Dan is er wel een dubbele rij met extra gaatjes nodig.) Een aantal van de patronen op deze website starten met en stuk kant dat ik geprobeerd heb te verbeteren, zoals de golf patronen en de vierkant kleedjes.
Om een patroon uit de losse hand te ontwerpen, dan moet u het geheel
construeren. Start met de randen. Gaat u iets maken dat u ergens tussen
past, dan met twee zelflanten? Of gaat u
iets maken met een buitenrand, of misschien
wel aan ieder kant een buitenrand? Wat zal er dan binnen de beide
randen komen? Mijn patronen met harten
starten met twee zelfkanten, met harten er tussen in, en die
vullen het gat van de Torchon grond op. Het patroon is erg eenvoudig.
Maar u moet steeds goed nadenken over waar de harten komen te liggen.
Passen de harten wel? Passen zij binnen de zelfkanten. Eenmaal een
ontwerp af, probeer het uit en kijk kritisch naar het resultaat.
Is het mooi? Of is het te stijf of juist te los? Ik raad u aan
niet al te lange stukken maken, indien u begint. Het kan frustrerend
werken veel tijd te stoppen in het kloswerk, en eenmaal kijkend naar
het eindresultaat er achter komen, dat het niet is, wat u ervan
verlangde. Het zal best een aantal keren gebeuren! Maar aan de andere
kant is het reuze opwindend om naar de eerste paar centimeters te
kijken, nadat de spelden eruit zijn gehaald en het kant op een goed
gekleurde ondergrond ligt en het kant aan uw verwachting voldoet.
Niemand heeft het patroon ooit nog gezien (zover u weet). Het is echt
iets door u gemaakt!
Zekere ontwerp principes maakt u zich snel eigen. U kunt een
bepaalde slag doen naast een andere slag en u vindt dat zij te veel op
elkaar lijken in het uiteindelijke kant. Een rozengrond
geeft niet zo'n mooi beeld naast een torchon grond,
indien deze teveel op elkaar lijken.
Spinnen in een torchon
grond kunnen soms ook verdwijnen. Deze moeten worden omgeven door een
linnenslag of een netslag, dit is waarom zig-zagpatronen
nogal populair zijn in Torchon kant. Bucks Point kant ondervangt dit probleem
met sierdraden.
Bent u een werkelijke purist, dan is het nodig om een bepaalde
kantsoort zorgvuldig te bestuderen, mogelijk door het kopen van een boek over de betreffende kantsoort, en dan
veel voorbeelden te maken om zo de techniek goed te begrijpen, alvorens
u probeert een eigen ontwerp te maken. Maar
u kunt natuurlijk ook verschillende technieken combineren en zo een
eigen stijl ontwikkelen. Wilt u een buitenrand van een bepaalde
kantsoort en een grond van een ander type, waarom zou u ze niet
gebruiken?